18-10-2023. Op de homepage staat al dat ik nooit gif gebruik bij de bestrijding van ratten. In deze blog laat ik je zien waarom. Het onderzoeksrapport van het RIVM met de titel "Kans op vergiftiging met rodenticiden van niet-doelsoorten in Nederland" uit. 2020 is de basis. De samenvatting van rapport spreekt voor zich.
"Deze studie laat zien dat doorvergiftiging met anticoagulante rodenticiden veelvuldig optreedt, met name naar knaagdiereters, zoals roofvogels, uilen en marterachtigen."
Het probleem
Gif dat bedoeld is voor het bestrijden van ratten en muizen kan ook op andere plekken in de natuur terecht komen en daar veel ellende veroorzaken.
Gebruikte begrippen
Het is wat saai om begrippen te omschrijven maar voor de duidelijkheid wel gewenst. Hier komen er drie.
- anticoagulante rodenticiden Bij rattengif worden anticoagulante rodenticiden gebruikt. Anticoagulantia zijn stoffen die het stollen van bloed verminderen die als er genoeg van gegeten is interne bloedingen veroorzaken. Rodenticiden zijn middelen voor het bestrijden van ratten en muizen. Ratten en muizen behoren tot de knaagdieren wat in het Engels als rodents vertaald wordt.
- doelsoort en niet-doelsoort Als het rattengif door de rat gegeten wordt dan kom het gif terecht bij de doelsoort. Het gif is immers bedoeld voor de rat. Het gif in de lokdoos kan ook gegeten worden door naaktslakken of bosmuizen en dan spreekt men van vergiftiging van niet-doelsoorten.
- primaire en secondaire vergiftiging Men spreek van primaire vergiftiging als het dier het gif via het eten van vergiftigd lokaas binnen krijgt. Van secundaire vergiftiging spreekt men als soorten, meestal predatoren, die door het eten van een prooi rodenticiden binnen krijgen. Deze vorm van vergiftiging heet ook wel doorvergiftiging.
Ransuil in meidoorn. Foto EcoRat
De route van het gif
Hieronder een schema uit bovenstaand onderzoek over hoe het gif vanuit de lokdoos verspreidt wordt naar andere dieren.
Mogelijke contaminatieroutes voor rodenticiden. De soorten waarin rodenticiden zijn gevonden
en de aangetoonde contaminatieroutes zijn in rood weergegeven. In groen de soorten waar geen
rodenticiden in zijn gevonden.
Een lokdoos. Het is niets anders dan een zwarte plastic doos met aan twee kanten een ingang waarin het al dan niet giftige lokaas (granen of vetten) wordt aangeboden. Het voordeel is dat de dieren die een stuk groter zijn dan de rat niet bij het gif kunnen komen omdat de toegang te klein is. Een nadeel is dat kleinere dieren als bosmuis, naaktslak of wezel er wel in kunnen komen.
Een vaak niet verteld nadeel van een lokdoos is dat ratten neofoob zijn en de nieuwe situatie van een lokdoos zullen vermijden. Toch is het een veel betere oplossing dan het rattengif ergens los op de grond te gooien (gif komt via regenwater in de grond) of op een schoteltje te leggen Bijna alle kleine dieren dunnen er dan bij.
De route van het gif. De dosis gif die de dieren oplopen kunnen al dan niet dodelijk zijn. Zo kan een rat gif uit de lokdoos eten en daar nog niet aan dood gaan omdat de dosis nog niet hoog genoeg is. De rat kan wel al kleinere bloedingen, bloedarmoede en krampen krijgen en minder alert worden. Je ziet ze dan zelfs overdag een beetje versuft en sloom rond lopen of van ellende in een hoekje zitten. Zo een rat is een gemakkelijke prooi voor een kerkuil of andere predator (ook je eigen kat). De kerkuil zal de gevangen rat zelf eten of aan zijn jongen voeren en die krijgen op deze manier het gif binnen. Ook voor de uilen geldt dat er voor hen een letale en een niet letale dosis is. Echter een niet letale dosis gif kan bij hen toch tot de dood leiden omdat ze minder alert worden en daarmee gemakkelijker een fataal ongeluk krijgen. Voor een uil kan het stoten van de vleugel tegen een tak die eerst niet dodelijk was nu toch dodelijk worden omdat de bloeding niet stopt.
Soorten in het groen. In de figuur staan ook dieren zoals merel, veldmuis en zanglijster in het groen vermeld. Dit zijn dieren die in het onderzoek geen
rodenticiden in zijn gevonden.
Soorten in het rood. De naaktslak waar het gif niet voor bedoeld was heeft er toch van gegeten. Vervolgens heeft de egel de naaktslak gegeten en is daarmee zelf vergiftigd geraakt (doorvergiftiging)
Kerkuilen. De kerkuil is een prima predator om je ratten te vangen. Een koppel kerkuilen met jongen eten in een seizoen al meer dan 1.500 knaagdieren. Veelal muizen, ook een aanzienlijk deel ratten. Het is een hele goede oplossing omdat de kerkuil gratis zorgt dat de ratten geen plaag worden. De grote ratten van een halve kg is een hele kluif voor ze maar de jonge ratten vangen ze gemakkelijk en in grote getale. Daarmee wordt voorkomen dat de rattenpopulatie problematisch groot wordt.
Kerkuilen erg gevoelig voor rattengif. Heb je ook dat nog. Blijkt de kerkuil erg gevoelig te zijn voor rattengif.
Diersoort | Letale leverconcentratie (mg/kg) |
---|---|
Kerkuil | 0,1 |
Steenmarter | 0,8 |
Bunzing | 0,71 |
Vos | 0,71 |
Wezel | 0,71 |
Rat | 0,44 |
Kerkuilen Een van de redenen dat ik ratten ben gaan bestrijden met het persluchtgeweer is om een alternatief te bieden voor rattengif. Het rattengif is nagenoeg volledig verboden maar de ratten knagen, graven en fokken gewoon door. Om niet terug te vallen op het gebruik van rattengif is er wel een goed werkend alternatief nodig.
Bij de tabel. 1 mg is 1/1000 van een gram.
De waarden in de tabel zijn geometrische gemiddeld leverconcentraties in mg/kg van verschillende rodenticiden zoals bromadiolone, brodifacoum, difenacoum en difethialon.
Deze gemiddelde concentraties van rodenticiden in monsters van niet-doelsoorten (secundaire vergiftiging), boven de letale leverconcentraties, zoals beschreven in de literatuur.
De concentratie anticoagulantia is na opname niet gelijkelijk verdeeld over het lichaam en verschilt per orgaan. De verschillende rodenticiden worden in de lever uit het bloed gehaald en hopen vervolgens op in die lever. In de lever blijven deze stoffen nog lange tijd aanwezig terwijl de verschillende anticoagulantia in het maagdarmstelsel wel snel via de ontlasting het lichaam verlaten. Uilen slikken de hele prooi door, terwijl roofvogels en aaseters vaak specifiek bijv. de lever eten. Daardoor kunnen verschillen optreden in de hoeveelheid rodenticiden die door predatoren worden opgenomen.
De retentietijden in de lever voor de anticoagulantia zijn zeer lang waarmee deze stoffen zich daar ophopen. Dit betekent dat rodenticiden tot een aanzienlijke tijd na het eten van vergiftigd voedsel nog in het lever meetbaar is. Zo is de stof flocoumafen na meer dan 100 dagen nog terug te vinden in de lever van een kerkuil. Als de kerkuil regelmatig een rat besmet met gif eet kan de concentratie van het gif in de lever steeds verder oplopen tot subletale of zelfs letale concentraties, met bloedingen en de dood tot gevolg. Subletale effecten veroorzaakt door rodenticiden treden reeds op bij waarden vanaf 0,005 mg/kg in een brede groep van vogels, zoogdieren en reptielen.
Lever. Een van de functies van lever is dat die het bloed zuivert. De schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald en daarmee wordt voorkomen dat die schadelijke stoffen elders in het lichaam schade aanrichten.
Retentietijden van rodenticiden in de lever is zijn lang. Vaak wordt het uitgedrukt in de duur die nodig is om de helft van de concentratie uit de lever af te breken.
Knaagdiereters | Homerange (m) |
---|---|
Steenuil | 250 |
Torenvalk | 500 |
Kerkuil | 1.000 |
Homerange: gemiddelde grootte van het gebied, waarin een soort zich bevindt gedurende de dagelijkse
activiteiten van zijn/haar leven.
Homeranges van indicatorsoorten zoals steenuil, torenvalk en steenuil uitgedrukt in de straal van het gebied. De kerkuil verzamelt zijn voedsel ongeveer tot 1 km van zijn nest.
Steenuilen met een relatief kleine homerange van 250 meter lopen risico op de boerderij of bedrijf waar zij verblijven wanneer daar muizen of ratten met gif worden bestreden. Als dit in hun kleine homerange niet gedaan wordt lopen ze daar geen gevaar. Kerkuilen hebben een grotere homerange van zo'n 1.000 meter en lopen daarmee een groter risico.
Om uilen aan te trekken die ratten eten moet je niet bij een steenuil van 170 gram zijn daar is een volwassen rat van 450 - 600 gram gewoon te groot voor. Die houden het liever bij libellen, kevers, torren, een muisje en misschien een piepklein ratje.
Een kerkuil kan prima jonge ratten vangen en de populatie onder controle houden. Een nestkast plaatsen op een geschikte locatie om een kerkuil aan te trekken kan daar goed bij helpen. Het beste zou natuurlijk zijn als in de hele homerange van de kerkuil geen rattengif wordt gebruikt.
Dit homerange verhaal is niet een theoretische exercitie. In de praktijk kom ik natuurliefhebbers tegen die ransuilen op het erf hebben die daar jongen groot brengen. Daar heb ik de rattenoverlast via afschot in de grote overdekte kippenren verholpen. De uil kan daar niet in komen. Aan de andere kant van het water en weg zit 200 m verderop zit een bedrijf waar nog steeds handjes rattengif wordt gestrooid op plekken waar ratten zijn gezien. Je houd je hart vast. Hij was van plan dat te doen tot het gif op was om daarna mij te vragen. Ik hoop dat het op tijd komt.
Het gif zit overal. Wanneer de individuele soorten onder de loep worden genomen valt bij de groep van knaagdiereters op dat steenmarter, steenuil, vos, bunzing, kerkuil en buizerd hoog scoren met meer dan 60% van de monsters besmet zijn met rodenticiden.
Ook in ons voedsel ? NVWA legt 46 veehouderijen stil vanwege mogelijke blootstelling aan muizengif
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft uit voorzorg 46 veehouderijen tijdelijk stilgelegd nadat sporen van een muizenbestrijdingsmiddel waren aangetroffen in de lever van een kalf van een van deze veehouders.
Hoofdaanbevelingen uit het onderzoek.
- Blootstelling van niet-doelsoorten aan rodenticiden is groot en het verdient aanbeveling de toepassing van anticoagulante rodenticiden verder te beperken om blootstelling van de nietdoelsoorten te voorkomen.
- We bevelen aan de ontwikkeling en toepassing van preventieve maatregelen bij de bestrijding van ratten en huismuis te versnellen.
RIVM rapport: Kans op vergiftiging met rodenticiden van niet-doelsoorten in Nederland. Publicatienummer 1012, februari 2020
Reactie plaatsen
Reacties