Hoeveel ratten leven hier

Ratten komen overal in Nederland in het wild voor. De vraag hoeveel er bij jou op het erf of in je gebouwen lopen is van belang als je er overlast van hebt. Als mensen mij bellen dan probeer ik altijd in te schatten hoe groot het probleem is en wil een indruk krijgen van het aantal ratten die er zijn. Regelmatig krijg ik als antwoord dat ze er een paar hebben zien lopen en voor elke rat die je ziet lopen zijn er dan wel 10 keer meer ratten wordt er dan verondersteld. 

Het is een lastig probleem om te weten hoeveel ratten je lastig vallen. Een ding is zeker tot nu to berust elk getal op een schatting.

Lang meende men dat men er op kon rekenen, dat in een bepaald gebied evenveel ratt{en leven als mensen. Tracht men zo goed mogelijk tellingen te doen, dan blijken er in het ene geval veel meer ratten aanwezig te zijn dan mensen, in het andere geval blijkt het aantal ratten veel kleiner te zijn

Boswachter Arjan Postma (1):

"Als je 't over het hele oppervlakte uitrekent kan dat. Dat lijkt best veel, maar het zijn twee ratten per persoon. En als je kijkt hoe klein zo'n rat is, kan dat best. Als wij met 17 miljoen mensen hier passen, is er ook best ruimte voor die 33 miljoen ratten." (2)

Rattenmonitor (3): 

De Rattenmonitor registreert meldingen van rattenoverlast in Nederland van professionele plaagdierbeheersers. Alle meldingen worden anoniem op wijkniveau in kaart gebracht. Hiermee wordt naar verspreiding en veranderingen in verspreiding van rattenpopulaties gekeken.

Jij als particulier heb daar op jouw specifieke locatie niet zoveel aan. Daarnaast is de registratie van bestreden of geziene ratten niet sluitend en daarmee niet een sterke indicator van de werkelijke aantallen ratten in een gebied. (zie de website www.rivm.nl/rattenmonitorHet is hooguit een indicator van veranderingen.

Sporen onderzoek

Op lokatie is het vaak het meest praktisch om naar verse rattensporen te kijken. Buiksmeer, looppaden, gegraven holen, vraatschade en knaagschade. Het geeft een indicatie maar geen exacte aantallen.

Technologie

Soms worden er vallen geplaatst waarbij de gebruiker een melding krijgt indien de klem dichtgeslagen is óf dichtgeslagen is met vangst. Dit is het tellen van de vangst niet van hoeveel ratten er op jouw locatie zijn.

Ook bewegingssensoren kunnen een indicatie geven maar onduidelijk blijft of een paar ratten telkens langs de sensor lopen of dat het een rat is die het heen en weer heeft. Als een bewegingssensor een meding geeft dan kan dat kan dat ook komen doordat er bijvoorbeeld een poes of egel langs loopt. De bewegingssensor is niet specifiek voor de rat.

Wildcamera - cameraval

Een wildcamera kan op basis van een bewegingssensor aanspringen en opnamen maken van het dier dat het activeerd. Dan weet je in elk geval wat er loopt. Een gezochte rat of een ander dier. Het beslaat echter wel een beperkt oppervlakt dat gezien wordt. De opnames worden wel de hele nacht gemaakt. 

Nachtzicht apparatuur

De beste monitoring is door in de nacht met thermische nachtzicht apparatuur de ratten op jouw locatie te zoeken en te tellen. Natuurlijk hebben de ratten geen nummerbord of rugnummer waardoor ze individueel te herkennen zijn maar er is in elk geval wel te tellen hoeveel je er tegelijk ziet, waar ze zich ophouden en wanneer ze dat doen. Ratten zijn met goede nachtzicht apparatuur en een beetje afhankelijk van de omgeving wel tot op meer dan 100 meter goed te zien. Ook dit is niet sluitend zeker omdat nooit alle ratten ergens tegelijk zijn op plaats maar ook niet in tijd. Het geeft echter wel een veel betere indicatie dan eerdergenoemde methoden. 

De methode Chitty (4)

Een bruikbare methode om het aantal ratten in een object ongeveer te schatten, heeft de Engelse onderzoeker Chitty uitgewerkt. 
ln een rattenhaard wordt een aantal voerplaatsen aangelegd. Op iedere voerplaats wordt een hoeveelheid nauwkeurig afgewogen haver of tarwe uitgelegd.
De volgende dag wordt nagegaan hoeveel haver door de ratt.en is opgenomen. Zo gaat men door, totdat gedurende een aantal dagen iedere keer een constante hoeveiheid haver is opgenomen. Men mag dan aannemen dat nu een maximum aantal ratten bij de voederplaatsen is geweest.
Ook in dit geval kan men nog niet precies berekenen hoeveel ratten er zijn geweest. Men weet immers nooit precies hoeveel voedsel per rat wordt verbruikt. De hoeveelheid voedsel die een rat per etmaal opneemt is namelijk niet pr.ecies bekend en hangt af van de locale omstandigheden en de aard van het voedsel. De schattingen variëren van 10- 23 gr. 

Het vaststellen van het resultaat van de bestrijding.
De methode van Chitty geeft dus ook geen juiste opheldering omtrent het aantal ratten. Wel kan men met deze methode de variatie van het aantal ratten
gedurende een bepaalde periode nagaan, bv. hoeverre de sterkte van de aanwezige populatie gedurende een jaar varieert, c.q. toeneemt in een bepaald object. Ook kan met deze methode het resultaat worden aangetoond van een verdelgingsactie. Herhaalt men deze voederplaatsmethode na een verdelgingsactie, dan kan men, door de hoeveelheid vo(dsel di,e vóór de actie werd opgenomen te vergelijken met die van n:t de actie, nagaan welk
percentage van de oorspronkelijke populatie verdelgd is. Alles bij e lkaar genomen moeten we dus constateren dat men niet anders dan een schatting kan maken van de orde van grootte van een rattenpopulatie in een bepaald object. Veel mefr dan het constateren van de aanwezigheid van veel
ratt-en, weinig ratten of helemaal geen ratten is dus feitdijk niet mogelijk; m.a.w. men kan slechts een indruk van het aantal krijgen.

Deze methode is toch niet zo sterk omdat ratten ook kunnen blijven eten van het voer dat ze gewend zijn en hen naar deze locatie hebben gebracht. Denk aan boerderijen, handel in diervoerders, volières, vogelvoerplaatsen, kippenrennen, bollen- en maisvelden enz.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.